v 0.9

 

De Valkenburgse dictionaire omvat de gangbare dialectwoorden, die in de gemeente Valkenburg aan de Geul worden gesproken. De gemeente omvat de kernen Valkenburg (Vallekeberg) en Broekhem (Brookhem) en de kerkdorpen Houthem; Berg met de gehuchten Geulhem , Terblijt (Terbliet) en Vilt; Sibbe (Suub) met het gehucht IJzeren (Iezere); Schin op Geul (Sjin) en Strucht (Sjtröch) met de gehuchten Walem (Waalhem) en Keuteberg; alsmede Oud-Valkenburg (Oud-Vallekeberg). In de plaatsen rondom de kern Valkenburg hebben echter bepaalde woorden een van het Valkenburgs afwijkende uitspraak en spelling. Op de belangrijkste en meest opvallende verschillen wordt in dit hoofdstuk ingegaan.

Er zijn twee verklaringen te geven waarom het dialect van Valkenburg-centrum verschilt met dat van de omliggende dorpen:

1. De beïnvloeding van het Valkenburgs (centrum) door het Nederlands

De beïnvloeding van het Valkenburgs door het Nederlands is mogelijk in gang gezet  door de komst van toeristen vanaf het einde van de negentiende eeuw. De invloed van het Nederlands leidt tot ’n tweetal klankverschillen, die het meest voorkomen. Het betreft de verzwakking van de ae (raege) in ee (rege) en van de ao (paort) in oo (poort). De ee en oo zijn gekende Nederlandse klinkers en wijken daar niet vanaf. Opvallend is echter dat dit verschijnsel zich alleen voordoet bij de sleeptonige en niet bij de stoottonige woorden.

In de omliggende dorpen (en trouwens ook door de heel oude generatie Valkenburgers) wordt gesproken van ei paerd (sleeptoon)(één paard) en twiè paerd (stoottoon)(twee paarden), in het Valkenburgs van ei peerd (sleeptoon) en twiè paerd (stoottoon). Dae man ies sjael (die man is scheel) zegt men buiten Valkenburg, maar binnen het stadje: dae man ies sjeel. Maar in het hele gebied is het: dae sjaele man, vanwege de stoottoon. In stoottonige woorden als: waegske (weggetje), wae (wie) en bae (bidden) heeft ook het Valkenburgs de ae behouden.

Bij de ao kan hetzelfde gezegd worden. Gaon (sleeptoon)(gaan) verzwakte in Valkenburg tot goon, maar de ao bleef behouden in de stoottonige vervoegingen: iech gaon, geer gaot en  gaonentaere. Bij sjtaon (staan) en daon (doen) doet zich hetzelfde voor. Merk op dat in zuidoostelijke richting (Schin op Geul, Sibbe) deze werkwoorden in de vervoeging 1e pers.meerv. een afwijkende vorm hebben: veer gunt, veer sjtunt en veer dunt. In de stoottonige woorden baog (boog), nao (naar) en paol (paal) heeft het Valkenburgs de ao weer behouden terwijl de sleeptonige woorden taore (toren) en laote (loten) de oo uit het Nederlands hebben overgenomen: tore, lote.

Het Valkenburgs kent, net als de dialecten in de omtrek de stoottonige äö in väöl (veel) en käöre (keuren/aaien), maar de sleeptonige woorden äöpening (opening) en bäöke (bulken/huilen) worden respectievelijk eupening en beuke.

Woorden met een stoottonige ao krijgen in het meervoud of als verkleinwoord ook een äö; het meervoud van paol (paal) en sjaop (schaap) is päöl en sjäöp en de verkleinwoorden päölke en sjäöpke. Het verkleinwoord van het sleeptonige poort is niet päörtsje zoals in de dorpen en bij oudere Valkenburgers, maar peurtsje.

2. De ligging van Valkenburg op de overgang tussen het Germaanse en Romaanse taalgebied

De tweede verklaring voor het verschil tussen het dialect van Valkenburg-centrum en de omliggende dorpen heeft te maken met de ligging van de gemeente in het  z.g. Oost-Limburgs dialectgebied, aan de oostelijke kant grenzend aan de Ripuarische overgangsdialecten en aan de westelijke kant tegen het Centraal-Limburgs dialectgebied (Maastricht).

Wellicht ter verduidelijking: in Zuid-Limburg kennen we aan de oostkant de Benratherlijn (Kerkrade-Bocholtz-Vaals) en aan de westkant de Panningerlijn (globaal ter hoogte van het Julianakanaal). Daartussen (vanaf Heerlen in de richting Gulpen) bevindt zich ’n strook, waarin de dialecten worden gekend als ‘Ripuarische overgansdialecten’. Op de grens van deze strook ligt Schin op Geul, als het meest oostelijke dorp van de gemeente Valkenburg aan de Geul. De meest westelijke dorpen Houthem en Berg hellen in hun dialect naar het Maastrichts (Panningerlijn / Maastricht-Oost)

Hierna beschrijven we de verschillen van Oost naar West:

Schin op Geul heeft tal van woorden die kenmerken in zich bergen van de Ripuarische overgangsdialecten. Duidelijke voorbeelden daarvan zijn de woorden met de uitgang –ich: akelich, heimelich, dinkelich e.a waar het Valkenburgs spreekt van akelek, heimelek, dinkelek. Ook de woorden: kruuts (kruis),  durch (door) en of-went (alsof) komen duidelijk uit het Germaanse taalgebied. In Valkenburg en de andere dorpen is de uitspraak van deze woorden: kruus, door, es-of .

Andere uit het Ripuarisch overgangsgebied komende verschillen zijn (voornamelijk in Schin op Geul):

  • het weglaten van de r in woorden als: beusjtel (borstel) (Vkb: beursjtel), doosj (dorst) (Vkb: doorsj), voet (weg) (Vkb: voert);
  • de uitspraak –ng ten opzichte van –nd: (ook in Sibbe) anger, ónger (ander, onder)(Vkb: ander, ónder)
  • de uitspraak (in verkleinwoorden) van -je ten opzichte van -sje: paedje (paadje), fuitje(foutje), bietje (beetje)(Vkb: paedsje, fuitsje, bietsje)
  • de uitspraak (in verkleinwoorden met –ke) van  –sjke ten opzichte van -ske: waegsjke (weggetje), deuksjke (doekje), keuksjke (koekje) (Vkb: waegske, deukske, keukske)
  • het gebruik van andere lidwoorden: d’r in paats van de; ge, g’n of g’ne in plaats van de of ‘t , zoals in: in d’r gaard, i ge veld, a g’n kirk, i g’ne koalef
  • de korte klinker a ten opzichte van de lange klinker aa (ook in Sibbe) in: hae makde (hij maakte); gemak (gemaakt) (Duits: machte, gemacht) (Vkb: hae maakde, gemaak)

Veel Valkenburgse woorden met de korte klinker (stoottoon) ie (miech, diech, wiet, gediech, sjtriekke, niesjeke) worden aan de zuid-oostkant (Schin opGeul als i uitgesproken (mich, dich,wit, gedich, sjtrikke, nichsjke). Aan de westkant, te weten Berg en Houthem komt dit nog vaker voor; daar horen we dat ook in woorden als: sjmik, zitte, hik, sjpits, sjrif, frisj, kizzel, midde, niks), waar we in Valkenburg duidelijk de ie horen. In Berg is zelfs sprake van fits en fritte. Voor wat betreft die laatste woorden, is ’n zuidelijke invloed hoorbaar, want ook de gespreksgroep in Sibbe neigt naar fritte, terwijl in Gronsveld duidelijk ook sprake is van fits en fritte. In het algemeen is het klankverschil ie-i aan de westkant te herleiden naar het Maastrichts, waar uiteraard geen sprake is van de sj-medeklinker in de genoemde woorden maar wel van de i in plaats van de ‘Valkenburgse’ ie.

Behalve dit klankverschil, zou ook nog om ’n andere reden westelijk van Valkenburg-centrum een dialectlijn zijn te rechtvaardigen, want in Berg en Houthem wordt de Valkenburgse korte klinker oe uitgesproken met ’n ó , zoals (knop): knoep-knóp; (suiker): soekker-sókker; (genoeg): genoeg-genóg en de Valkenburgse korte klinker uu met u: (knoppen): knuup-knup; (zuster): zuuster-zuster; (Sibbe): Suub-Sub; zo ook wordt de Valkenburgse eu in Houthem en Berg ’n äö: (beurs): beursj-bäörsj; (woorden) weurd-wäörd. Al deze klankverschillen tenderen naar het Maastrichts.

Westelijk van Valkenburg horen we, behalve de genoemde klankverschillen, ook duidelijke toonverschillen, die in lengte overeenstemmen met het Maastrichts. In Berg en Houthem horen we in de volgende gevallen ’n korte klinker stoottoon ten opzichte van het Valkenburgs en de oostelijke dorpen, waar we ’n lange klinker stoottoon horen: (ned):vkb–berg&houthem:

(pijn): pien lk\ -pien kk\; (wijzer): wiezer lk\ -wiezer kk\; (vijf): vief lk\ -vief kk\;

(schroef): sjroef lk\ -sjroef kk\; (druif): droef lk\-droef kk\; (duif): doef lk\-doef kk\

(uil): uul lk\-uul kk\; (kruin): kruun lk\-kruun kk\; (muizen): muus lk\-muus kk\

 

In Berg en Houthem hoorden we nog enkele gevallen, waarin ’n korte klinker stoottoon wordt gehoord, ten opzichte van ’n Valkenburgse lange klinker stoottoon.

Een opmerkelijk verschil dat men alleen in Berg hoort (niet in Vilt), en ook duidelijk ’Maastrichts’is. Tanden, handen en banden worden in de hele gemeente teng, heng en beng genoemd, maar in Berg: tan, han en ban.

In Sibbe hoorden we nog enkele woorden, die zuidelijk getint waren (o.m. Gronsveld) zoals: bruje voor smijten/ werpen/ gooien en lange voor: geven/aanreiken.

Hiermee is lang niet alles gezegd over de verschillen in dialecten van Valkenburg en de dorpen en van de dorpen onderling. Vervoegingen van werkwoorden en verbuigingen van andere woordsoorten leveren nog heel wat verrassende resultaten op. Het ware interessant om dat eens grondig te onderzoeken.

Wellicht ter verduidelijking wordt hierbij ’n landkaartje van de gemeente Valkenburg aan de Geul geplaatst, waarop de ligging van de respectieve omliggende dorpen inzichtelijk wordt:

Tevens is hierbij gevoegd een voorbeeld-zin, die verticaal (als kolom) kan worden gelezen; aan de linkerkant staat de zin in het Nederlands en vervolgens van links naar rechts , geografisch gezien van West naar Oost - dezelfde zin, vertaald in het dialect van het betreffende dorp, te weten: Berg-Houthem-Valkenburg-Sibbe-Schin op Geul. Horizontaal kan dan in één oogopslag elk woord worden vergeleken met het dialect van de andere dorpen.

De daarna volgende overzichten per dorp vermelden de totstandkoming van elke werkgroep, de namen van de werkgroep-leden en de wijze waarop de verschillen tussen de dialecten van de diverse gemeenschappen werden geïnventariseerd.

 Jan Diederen             Jacques Drissen                     Louis Pluijmen